Als je het niet eens bent met een aanslag, kun je beroep aantekenen bij de rechtbank. Maar als je dat niet precies volgens de regels doet, kan de rechtbank het beroep naast zich neerleggen.
Dat overkwam een huiseigenaar die vond dat de woz-waarde van zijn huis in Vught te hoog was ingeschat. Hij maakte bezwaar, maar tevergeefs: de heffingsambtenaar van de gemeente Vught bleef bij zijn standpunt dat de woz-waarde correct was vastgesteld.
Vervolgens ging de huiseigenaar in beroep bij de rechtbank. De uiterste datum waarop beroep kon worden ingediend, was 24 maart 2015. Hij diende zijn beroepschrift in op 24 maart om 23.37 uur, vlak voor het verstrijken van de beroepsmogelijkheid dus. Bovendien stuurde hij het beroepschrift op per post; de brief kwam op 26 maart bij de rechtbank binnen.
De rechtbank verklaarde beide beroepen als niet-ontvankelijk. De papieren brief was simpelweg te laat binnengekomen; een poststempel ontbrak, zodat niet kon worden gecontroleerd wanneer de brief was verstuurd.
Voor wat betreft het beroep dat per mail binnenkwam: dat was naar het verkeerde e-mailadres gestuurd, namelijk naar [email protected]. Dit is het adres van publieksvoorlichting van de rechtbank Oost-Brabant. De wet bepaalt echter dat de rechtbank een beroep per mail uitsluitend in behandeling neemt als het is ingediend via loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.
Overigens is de rechtbank nog soepel. De Belastingdienst neemt gemailde bezwaarschriften al helemaal niet in behandeling. Als je het met de fiscus oneens bent, kun je uitsluitend per papieren brief corresponderen. Alleen als de Belastingdienst zelf het initiatief neemt om de discussie voort te zetten per mail, kun je met de betreffende ambtenaar mailen. En dan alleen over het onderhavige onderwerp. Voor een nieuwe discussie moet je weer beginnen met een papieren brief.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl